Tijd

Zondagochtend. Acht uur. De wintertijd begint, het is nu dus negen uur. Vreemd, mijn man slaapt nog, het is halfdonker. Ik kijk nog eens, acht uur staat er. Ik sta op, zet koffie en kijk naar buiten. De dag gaat langzaam open. Slierten rood in de lucht en stilte, vooral stille stilte. Ik lees verder in “Twee weken weg.” Kijk nu en dan eens op. Twee vogels landen op het gras. Ze lachen. Het is intussen half negen, half tien dus. Vreemd. Het klopt niet. Ik piep om de hoek van de slaapkamerdeur. Mijn man slaapt nog steeds. In het boek gaat de familie ontbijten. Ik kan broodjes halen en een eitje koken. Nog een paar bladzijden. Negen uur, tien uur dus. De batterij van mijn mobieltje is leeg. Hoe laat is het? Ik tik mijn vraag in op de pc. Acht uur, het staat er in dikke, zwarte letters. Ik heb me vergist. Wintertijd is terug in de tijd, snoepen van een uur extra.

Mijn vergissing voelt als een cadeau op zondag, een doos met zestig minuten en een lint eromheen.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *